Duidelijke opbouw? Zorg voor kernzinnen!

Het belang van de kernzin

Voor een prettig leesbare tekst, werk je bij voorkeur met kernzinnen. De kernzin is dé zin waar het in de betreffende alinea om draait en de rest van de alinea geeft hier een uitleg aan of onderbouwing voor. Deze kernzin bevindt zich idealiter op een centrale plaats binnen de alinea: als eerste zin, als tweede zin of als laatste zin.

Heb je de kernzin als eerste zin? Prachtig. De lezer weet gelijk waar het om gaat in deze alinea en leest makkelijk verder. Heb je de kernzin als tweede zin? Ook prima. De eerste zin vormt dan als het goed is een inleidende zin, om daarna de kern aan te geven in de tweede zin. Kernzin als laatste zin? Nu werk je naar de kern toe. Dit kan vooral prettig zijn als je kernzin echt een introductie of onderbouwing nodig heeft, voordat je deze geeft.

Check je eigen tekst

Leuk is het (of mogelijk vind je het minder leuk, maar het is evengoed bijzonder nuttig) om je eigen tekst langs te lopen op deze kernzinnen. Pak een markeerstift erbij en arceer alle kernzinnen. Vervolgens kun je jezelf deze vragen stellen:

  1. Bevat elke alinea een kernzin?
  2. Staat deze kernzin op een logische plaats in de alinea?
  3. Indien je bij vraag 1 en/of 2 nee hebt geantwoord: hoe kun je de alinea verbeteren door een juiste en krachtige kernzin op een logische plaats te zetten?

Het grote nadeel van onduidelijke kernzinnen of een gebrek aan kernzinnen, is dat de tekst lastiger leesbaar wordt. In veel scripties en onderzoeksrapporten die ik langs zie komen, bevatten de alinea’s geen duidelijke kernzin. Of er staat wel een kernzin, maar halverwege verdekt opgesteld in een veel te grote alinea. Pak er ook eens een tekst bij die je heel prettig vindt lezen en kijk wat de schrijver hier met de kernzinnen heeft gedaan.

Houd je aan één onderwerp per alinea

Elke alinea draait om één onderwerp, samen te vatten in die ene kernzin. Staan er meerdere onderwerpen in één alinea? Kijk of je kunt splitsen naar meerdere alinea’s of focus je meer op het hoofdonderwerp. Staan alinea’s over hetzelfde onderwerp verspreid door de tekst heen? Kijk of je juist kunt samenvoegen. Hier gaat het echt over de samenhang binnen en tussen de verschillende alinea’s.

Een goede tekst kun je op hoofdlijnen goed volgen door alleen de kernzinnen te lezen. Erg prettig voor de lezer met minder tijd, die je als schrijver wel graag zoveel mogelijk wilt meegeven. Van de inhoud welteverstaan, zonder dat de lezer verdwaalt in je tekst.

En dit blog? Ook hier is de eerste zin vaak de kernzin. :)

Zin in voorbeelden? Neem eens een kijkje op: http://www.taalwinkel.nl/schrijfproces/de-opbouw-van-een-alinea/.

Hoe schrijf je een goede inleiding?

Vaak begin je bij het schrijven van je scriptie met je inleiding. Het is een belangrijk onderdeel van je scriptie, omdat de lezer ook hier begint met lezen. Voor de lezer moet het gelijk duidelijk worden waarom jouw onderzoek relevant is. Een goede inleiding bestaat uit een aantal vaste elementen, die hierna besproken worden.

Aanleiding
In de eerste alinea’s introduceer je je onderwerp. Het is belangrijk dat je aanleiding actueel is, omdat het anders geen zin heeft om dit onderwerp te onderzoeken. Verder moet er een concrete vraag of probleem zijn dat je wilt onderzoeken. Onderbouw je aanleiding altijd met bronnen. In de aanleiding kun je heel goed wat cijfers geven, om aan te geven hoe groot een probleem is, voor wie dit een probleem is, etc. De aanleiding is nooit persoonlijk, het is natuurlijk heel mooi dat je persoonlijk betrokken bent bij je onderwerp, maar dat vermeld je niet. De scriptie moet namelijk voor de praktijk of de wetenschap interessant zijn.

Achtergrond opdracht of onderwerp
Veel hbo-studenten hebben een opdrachtgever waarvoor ze de scriptie schrijven. Geef dan aan wat de opdrachtgever wilt bereiken (bijvoorbeeld meer omzet genereren) en wat het doel van de opdracht is (bijvoorbeeld een marketingplan ontwikkelen). Je schetst hier ook de context van het probleem. Zorg er wel voor dat je het kort houdt, het is echt een inleiding.

Universitaire studenten geven bij dit onderdeel kort aan welke wetenschappelijke discussie er speelt over dit onderwerp; de uitwerking volgt in het theoretisch kader. Dat er een wetenschappelijke discussie speelt is belangrijk, dat maakt het interessant om meer onderzoek naar dit onderwerp uit te voeren. Verder kun je enkele relevante onderdelen uit de theorie benoemen, in ieder geval die onderdelen die nodig zijn voor een goed begrip van je centrale vraag.

Centrale vraag
Je centrale vraag is natuurlijk het belangrijkste onderdeel en dit is waar je hele inleiding naar toe moet werken. Je centrale vraag mag nooit uit de lucht komen vallen, alle begrippen uit je centrale vraag moeten al geïntroduceerd zijn in de tekst ervoor. Indien je deelvragen hebt, noem je deze na de centrale vraag. Je deelvragen zorgen ervoor dat je uiteindelijk een antwoord op de centrale vraag krijgt; het verband tussen hoofd- en deelvragen moet dus logisch zijn.

Onderzoeksmethode
Nu je de centrale vraag hebt geïntroduceerd, geef je kort aan hoe je dit gaat onderzoeken. Geef in ieder geval aan wat voor soort onderzoek er wordt uitgevoerd: kwalitatief of kwantitatief onderzoek? En hoe ga je dit onderzoek uitvoeren?

Werkwijze / Leeswijzer
Hier geef je kort aan hoe de rest van de scriptie is opgebouwd.

Last but not least

  • Start gewoon met schrijven van de inleiding. De inleiding hoeft zeker niet in één keer helemaal goed te zijn. Vaak pas je de inleiding nog aan, als je de hele scriptie hebt geschreven
  • Check altijd de eisen van jouw opleiding voor het schrijven van een scriptie.
  • Let op een zakelijke schrijfstijl: geen beeldspraak, geen spreektaal, geen ik / jij / wij etc.

Drie redenen waarom je eigen woorden het beste zijn

Ben jij bezig met het schrijven van je scriptie of een andere tekst? Dan weet je waarschijnlijk al dat je de tekst in je eigen woorden moet schrijven mét correcte bronvermeldingen: parafraseren. Maar waarom is dit nu zo belangrijk?

1. Met stip op één staat natuurlijk plagiaat. Woorden van een andere bron overnemen zonder bronvermelding is plagiaat. Bij plagiaat gaat het om het overnemen van woorden, maar ook om het overnemen van ideeën. Ook zelfplagiaat mag niet. Heb je een eerder werkstuk geschreven waarvan je delen opnieuw wilt gebruiken, dan moet je een verwijzing naar je eigen eerdere werk opnemen. Letterlijk overnemen van tekst met bronvermelding mag wel, maar dit wordt dan een citaat.

2. Te letterlijk tekst overnemen zorgt ervoor dat je teveel tekst overneemt. Je krijgt dan een samenvatting van bestaande bronnen achterelkaar. Bestaande theorieën en eerder onderzoek bespreken is noodzakelijk, maar alleen voor die onderdelen waar ze bijdragen aan jouw specifieke onderzoek. Schrijf dus alleen in eigen woorden op wat echt relevant is voor jouw insteek van het onderwerp.

3. Op het moment dat je tekst letterlijk van verschillende andere bronnen overneemt, krijg je stijlbreuken. De letterlijk gekopieerde tekst zal namelijk anders zijn dan de rest van je tekst en deze wisseling in stijl valt op. Afgelopen najaar leverden twee van mijn studenten een onderzoeksverslag in met dezelfde zin “De beroepsgroep van controlerende accountants ligt onder vuur”. In een verder zakelijke tekst springt zo’n zin met beeldspraak (‘onder vuur liggen’) er direct uit. De gebruikte bron bleek overigens hetzelfde te zijn, namelijk Z24 (2014). Deze zin was duidelijk te letterlijk overgenomen.

Wil je nu graag weten hoe je dan gemakkelijk tekst in je eigen woorden schrijft? Lees dan mijn blog In vier stappen goed parafrasen.

Gebruikte bronnen:
Z24 (2014). Accountants willen publiek vertrouwen herwinnen maar niet minder verdienen. Geraadpleegd op http://www.z24.nl/ondernemen/accountants-willen-publiek-vertrouwen-herwinnen-maar-niet-minder-verdienen-499290